De Bradel. Een tijdelijke binding die een klassieker werd.

Gepubliceerd op 22 december 2025 om 12:57

Don't talk shop, zeggen de Engelsen wel eens: boom niet te veel door over je werk, zeker wanneer het té technisch wordt (en misschien dus ook té saai). Maar soms zijn er innovaties die vele eeuwen na datum nog steeds school maken en die het dus verdienen om even bij stil te staan. En dat geldt zeker voor de Bradelbinding, een innovatie die haar oorsprong vindt in het achttiende-eeuwse Parijs.

In de achttiende eeuw leefden er in de Seinestad heel wat gerenommeerde boekbinders. Een gekende en invloedrijke boekbindersfamilie waren de 'Bradels'. Voor zover kan nagegaan worden werd de oorsprong van dit boekbindersgeslacht gelegd in 1586, wanneer een zekere Marin Bradel er zich vestigde als boekbinder.  Een bekende telg van dit geslacht was François Paul Bradel (†1795), die getrouwd was met Jeanne Derome, een nicht van een andere gekende boekbinder, Nicolas-Denis Derome, die aan de basis lag van het bekende verguldpatroon ‘dentelles à l’oiseau’. Na de dood van Derome nam François Paul Bradel de leiding over zijn atelier en legde zo de basis voor het geslacht Bradel-Derome, dat nog enkele decennia een belangrijke rol zou blijven spelen in de Parijse boekbinderswereld.

Bindersmerk van Nicolas-Denis Derome.

Boekband met verguldpatroon 'dentelles à l'oiseau' uitgevoerd door Nicolas-Denis Derome.

Bindersmerk van een telg uit de Bradel familie.

Tot diep in de negentiende eeuw werden boeken doorgaans ongebonden verkocht. Het financieel risico voor de drukker was immers al groot, laat staan dat hij ook nog moest investeren in het inbinden van het boek. Doorgaans lieten drukkers slechts enkele exemplaren van het boek inbinden. Doorgaans voor goede klanten waarvan men relatief zeker was dat ze het boek zouden kopen. Het boek kwam dus doorgaans ongebonden bij de aspirerende lezer. Het drukwerk werd enkel bij elkaar gehouden door een zogenaamde brochurebinding. Een techniek waarbij de katernen rudimentair genaaid werden en er vervolgens een papieren omslagje werd aangebracht ter bescherming. De eigenaar van het boek moest er vervolgens zelf mee naar een boekbinder van zijn of haar keuze stappen om het te laten inbinden. Heel vaak voorzagen drukkers ook een extra pagina met aanwijzingen voor de boekbinder. Deze instructiepagina's bleven doorgaans niet bewaard omdat de boekbinders ze doorgaans niet mee inbonden.

Richtlijnen voor de boekbinder bij het boek Description de la Ville de Bruxelles (1794, collectie Quaternuum)

Maar een boek laten inbinden was, na de aankoop natuurlijk een extra investering. Het gebeurde dan ook wel eens dat het gebrocheerde boek wel eens in de boekenkast bleef staan. De ongeopende katernen konden nog niet gelezen worden en de brochurebinding verloor al snel zijn stevigheid, wat doorgaans voor schade zorgde.Om dit euvel te verhelpen introduceerde Bradel de 'Cartonnage à la Bradel'. Een techniek die hij vermoedelijk oppikte tijdens een studiereis in de Duitse gebieden en daarna in Parijs introduceerde. Vandaar dat de techniek soms ook de 'Cartonnage à l'Allemand' genoemd werd. Het betreft hier een zogenaamde wachtband. Een tijdelijke binding tot het boek grondig door een boekbinder onder handen genomen kon worden.

Bij deze techniek werd aan het papier van het boek zo min mogelijk geraakt terwijl het boek wel beter beschermd werd door een stevige band én dus geraadpleegd kon worden. Over de precieze methode die Bradel hanteerde weten we bijzonder weinig. De katernen werden vermoedelijk op linten genaaid, waarbij deze niet werden ingezaagd. De rug werd ook zeer zuinig overlijmd en het boek werd niet gekneept (het in de kneeppers met een hamer in vorm slaan van de rug van het boek), zodat de katernen later met gemak en zonder schade uit elkaar gehaald konden worden. Een eenvoudig kartonnen bandje dat met (sier)papier bekleed werd zorgde voor de verdere bescherming van het boek.

De cartonnage à la Bradel was een innoverend procédé. Een veel snellere manier van binden die extra bescherming bood voor gebrocheerde boeken, die bovendien een iets bescheidenere investering vroeg dan bij een klassiek ingebonden boek. Al snel zagen andere vakgenoten de mogelijkheden van de techniek. De zogenaamde wachtband bleek daarenboven ook veel steviger dan initieel gedacht. Redelijk snel evolueerde deze tijdelijke binding dan ook tot een definitieve binding. De techniek werd aangepast en verfijnd en vandaag staat de Bradel gekend als het kleinere broertje van de klassieke Franse band. De gerenommeerde Parijse bibliofiel Octave Uzanne wijdt er in zijn La Reliure Moderne (1887) zelfs een heel hoofdstuk(je) aan. Tegen het einde van de negentiende eeuw was de Cartonnage à la Bradel verworden tot een veel gevraagde binding en verschillende Parijse boekbinders waren meesters geworden in het vervaardigen van deze elegante bandjes. De Bradelband is - aldus Octave Uzanne - als het ware de kamerjas van het boek, 'maar wat voor een kamerjas'!  In een bibliotheek vormen de Bradelbandjes een breuk met de zwaar vergulde volleren banden. In de zwierige stijl van Uzane klonk dat ongeveer als volgt (al klinkt het in de taal van Molière toch veel mooier):

Octave Uzanne (1851-1931)


Met hun gladde, glanzende ruggen, waarop het licht speels danst, en hun veelkleurige titelschildjes waarin het goud van de zon oplicht, vertonen de Bradelbandjes een jonge, frisse en beminnelijke allure die uitnodigt tot lezen en tot de zoete ontspanning van de geest.

Zo groeide een tijdelijk boekbandje uit tot een volwaardige en zeer elegante boekband die veel mogelijkheden biedt naar afwerking. Elke ambachtsman die zich boekbinder wenst te noemen heeft deze techniek in zijn repertoire. En zoals dat gaat  zijn er vandaag evenveel manieren om een Bradel te maken als er boekbinders zijn. In de Engelstalige wereld spreekt men over een Bristol Board binding, een German case binding - een verwijzing naar de Duitse oorsprong van de techniek - of nog de hollow back binding. Die laatste benaming verwijst naar de rug die hol komt te staan bij het openen, zodat de Bradel veel soepeler openvalt dan dat een klassieke Franse band dat doet. Nederlandse collega's verwijzen wel eens naar de binding als de 'Duitse Bradel' of een 'Duitse band'. Vele benamingen dus die ongeveer eenzelfde lading dekken.

Franse Band. De touwen waar de katernen aan vast genaaid zijn, worden door de platten geregen. Boekblok en -band vormen één geheel.

Bradel. Het boekblok en de boekband worden afzonderlijk afgewerkt en in een laatste stap door verlijming met elkaar verbonden.

Enkele afgewerkte Bradelbanden.

In enkele woorden laat de techniek zich het eenvoudigst vatten als een gekneept boekblok en een boekband die afzonderlijk van elkaar - maar wel precies op maat - gemaakt worden en in een laatste stap worden verlijmd tot één geheel. Kenmerkend daarbij is de geul van de bandjes. Deze ruimte tussen de rug en de platten van het boek, staat garant voor het vlot scharnieren van de band bij het openen. Maar de Bradel is een huis met vele kamers. Sommigen knepen hun Bradel op 45°. Zelf kneep ik de Bradel liever op 90°. Dat biedt volgens mij iets meer controle over de kneep en zorgt voor een iets strakkere afwerking...

Maar nu dalen we helemaal af in het oeverloze meer van de shop talk. En wanneer boekbinders eenmaal over technieken beginnen discussiëren maak je je maar beter uit de voeten. Dan wordt het een lange avond...  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.